Kalimantan, Indonesië: orang oetans spotten in het Tanjung Putting National Park
Kalimantan is een ontzettend groot eiland en wordt ook wel Indonesische Borneo genoemd. Het is één van de vele Indonesische eilanden en het op twee na grootste eiland ter wereld! Tegelijkertijd is het één van de minder bezochte eilanden van de Indonesische archipel. De populairste activiteit is het spotten van orang oetans in het Tanjung Putting National Park. Wil je op unieke wijze deze bijzondere beesten zien dan is dit de perfecte plek om ze te ontmoeten.
Kalimantan, Indonesische Borneo in een notendop
Kali betekent in het Indonesisch rivier, Ma betekent goud en Ntan diamanten. Kalimantan betekent dus rivier van goud en diamanten. Goud, diamanten en andere gem stones zijn naast kool en het 130 miljoen jaren oude regenwoud belangrijke natuurlijke bronnen van het eiland. Maar Kalimantan heeft nog twee andere namen: Borneo, wat je waarschijnlijk meer associeert met Maleisië, en een oude naam die in de Majapahid tijd gebruikt werd: Tanjung Pura. Kalimantan staat vooral in de kijker omtrent de ontbossing voor palmolieplantages en de steeds kleiner wordende groep orang oetans. En de orang oetans zijn dan ook, naast duiken, een belangrijke reden voor toeristen om naar Kalimantan te komen. Er zijn meerdere plekken op Indonesische Borneo waar je deze bijzondere beesten kunt zien, veelal zijn het (oude) rehabilitatie centra waar op gezette tijden op voederplekken bananen gestrooid worden. Wellicht de meest bekende plek, en daardoor ook het meest toeristisch (voor Kalimantanse begrippen dan), is het Tanjung Putting National Park.
Pangkalan bun voor en na je jungle avontuur
In de meeste gevallen kun je het beste een overnachting in Pangkalan bun boeken voordat je begint aan de orang oetan tour. Op die manier hoef je niets te missen en haal je het optimale uit je bezoek aan de orang oetans. Met 24.000 inwoners is Pangkalan bun een klein stadje en toegegeven: het is eigenlijk best een leuke stad. Een bezoekje aan de lokale markt in de vroege ochtend is een toffe ervaring waar jij de highlight bent voor de locals. Vooral als je blonde haren hebt, lang bent en (nog) niet gebruind door de zon, wil iedereen met je op de foto! Klinkt misschien als irritant, maar eigenlijk is het toch best leuk om je even een superster te voelen en mensen de dag van hun leven te geven. Zoek je een lekker restaurantje om ’s avonds wat te eten dan is ‘the seed’ een aanrader. Een lokaal restaurant met een Indonesisch vegetarisch menu, waar zelfs vegan gerechten op de kaart staan.
Door ons geselecteerde accommodaties in Pangkalan bun
Arsela Hotel Pangkalan Bun
Hotel
Nette en ruime kamers, super-vriendelijk personeel. Ontbijt moet je wel op tijd bij zijn 's ochtends anders is het koud.
DOOR ONS BEZOCHT
Grand Kecubung Hotel
Hotel
Het meest luxe hotel waar je kunt verblijven. Fijn zwembad, nette kamers, goed eten.
Swiss-Belinn Pangkalan Bun
Hotel
Net hotel van internationale keten. Kamers zijn wat kleiner, maar hebben alles wat je nodig hebt. Vriendelijke staff en er is een zwembad
Orang oetans: cijfers en feiten
Er zijn twee soorten orang oetans: die in Sumatra leven en die op (Maleisisch en Indonesische) Borneo leven. Qua uiterlijk en gedrag verschillen ze maar een beetje van elkaar. In totaal zijn er nog zo’n 70.000 orang oetans op de wereld, waarvan zo’n 57.000 orang oetans op heel Borneo. Van die 57.000 leeft 50% in Centraal-Kalimantan en dan voornamelijk in het Tanjung Putting National Park. Het merendeel van de orang oetans woont dus op Borneo en maar een klein deel kent Sumatra als thuis. ‘Orang’ betekent in het Indonesische mens en ‘oetan’ is afgeleid van het Indonesische woord ‘hutan’ wat bos betekent. Deze te gekke bosmensen eten 60% van hun tijd zich een weg door het tropisch regenwoud en die andere 40% chillen ze. Tot het dieet van deze wezens behoren bladeren, fruit, insecten (termieten, rupsen), boomschors en af en toe een beetje klei om te detoxen. De orang oetans rondom de voederplekken krijgen in het droge seizoen veel bananen die door de rangers naar de voederplekken gebracht worden. In het regenseizoen komen de orang oetans veel minder of helemaal niet naar de voederplekken, omdat er dan veel meer fruit aan de bomen groeit en ze dat liever eten om contact met mensen te vermijden. Verder is het grappig om te weten dat de hersenen van een orang oetan voor 95% gelijk zijn aan die van een 2 of 3-jarig kind.
Orang oetans in het Tanjung Putting National Park
Ondanks dat het Tanjung Putting National Park toch wel een beetje toeristisch is, is het dé plek om de orang oetans te spotten. De ervaring dat je op je privéboot over de rivier glijdt en onder de sterren slaapt met junglegeluiden op de achtergrond, maken de ervaring gewoon heel erg uniek. Toeristisch is trouwens relatief, want Kalimantan wordt nog helemaal niet platgelopen door toeristen. Wanneer je de maanden juli en augustus vermijdt dan is het goed vertoeven in het Tanjung Putting National Park. Omdat het grootste aantal orang oetans in het Tanjung Putting leeft, is het dus vrij zeker dat je de beesten ziet. Vooral in het droge seizoen, mei tot en met september, is de kans zo goed als zeker dat ze zich laten zien. In het regenseizoen is de kans minder groot, omdat de natuur ze dan beter voorziet van eten en ze daarom minder snel naar de voederplekken komen.
Het vinden van de juiste aanbieder voor je Tanjung Putting tour
Het was echt een hele zoektocht om de juiste aanbieder te vinden voor de perfecte tour door het Tanjung Putting National Park. Een Google zoektocht laat je veel verschillende aanbieders zien, ik overdrijf maar een klein beetje wanneer ik zeg dat wij minimaal 30 lokale agentschappen aangeschreven hebben. Ongeveer 40% heeft niet op de aanvraag gereageerd, 50% communiceerde echt onwijs slecht, reageerde heel laat en/of beantwoordde niet alle vragen. Uiteindelijk hebben we met twee agentschappen heen en weer gemaild, waarbij Varada Borneo tour er eigenlijk meteen al met kop en schouders bovenuit stak. Communicatie was supersnel, vragen werden duidelijk beantwoord en het aanbod was ook duidelijk. Om die reden hebben we dan ook bij hen geboekt. De programma’s zijn overigens bij de meeste aanbieders vrijwel gelijk. Je hebt vaak tours van 2 of 3 dagen waarbij de route gelijk is, alleen het tempo anders. Bij de twee daagse tour wordt een bezoek aan het Tanjung Harappan centrum meestal niet aangeboden. Zelf wilden we graag een 3-daagse tour doen en daarna nog andere plekken op Kalimantan bezoeken. Dit zorgde voor meer vragen die veel agentschappen dus niet of niet duidelijk konden beantwoorden.
Op een traditionele klotok boot dwars door de jungle
Wat een bezoek aan Tanjung Putting zo bijzonder maakt is toch wel de tocht die je over de Kumai en Sekonyer rivier maakt per klotok. Een klotok is een traditionele houten boot die in verschillende maten te huren zijn. Op ongeveer 20 minuten rijden vanaf Pangkalan bun ligt het stadje Kumai vanwaar de klotok boten vertrekken. Op je trip gaan een kok, kapitein, hulpje en tour guide mee. Eigenlijk zijn bijna alle tours die te verkrijgen zijn privé tours en dat betekent dat je met je eigen gezelschap op de boot zit plus vier man personeel. Ga je met een grotere groep dan heb je dus vaak een grotere boot dan wanneer je met z’n tweeën bent. De boten zijn trouwens qua indeling allemaal gelijk. Benedendek is de keuken, het slaapgedeelte voor het personeel en het toilet en de douche. De badkamer is simpel, maar prima te doen voor twee nachten. Bovendek heb je de leefruimte voor gasten. Er is een wastafel, een eettafel en voorop de boot staan relaxstoeltjes om lekker op te zitten en het jungle leven aan je voorbij te laten trekken. In het midden van het bovendek ligt een groot en comfortabel matras waar je op slaapt. ’s Avonds wordt er een muskietennet om het matras heen gedrapeerd tegen de muggen. ’s Ochtendsvroeg word je wakker met apengeluiden en andere beesten die in het regenwoud wonen. Alles bij elkaar maakt het leven op zo’n klotok gewoon onwijs bijzonder. Je bent omringt met natuur, slaapt nagenoeg onder de sterren, de maaltijden zijn echt heerlijk en dan zijn er natuurlijk nog de ontmoetingen met de prachtige orang oetans.
Camp Leakey: de oudste en populairste voederplek.
De route die wordt afgelegd begint eigenlijk altijd in Kumai en gaat tot Camp Leakey. Afhankelijk van het aantal dagen dat je op de klotok verblijft bezoek je verschillende rehabilitatie centra en voederplekken. Camp Leakey ligt het verst van Kumai, op zo’n 40 kilometer hemelsbreed. De kronkelende rivier telt daar in afstand wel een aantal kilometer bij op tijdens je reis naar het kamp. Camp Leakey is het oudste rehabilitatie centrum voor orang oetans en ook meteen het bekendste en meest populaire. Sinds 1971 wordt er actief onderzoek gedaan naar de orang oetans, probosis monkeys, gibbon en leaf-eating monkey’s. Hun gedrag en gewoonten worden geanalyseerd en bijgehouden in het researchcentrum. Vanaf de ‘haven’ is het een korte wandeling naar de voederplek. Elke dag om 14:00 worden bananen op het platform uitgestrooid. Het voelt een klein beetje alsof je naar een voorstelling zit te kijken. De rangers komen op gezette tijden met bakken vol bananen en melk, terwijl ze geluiden maken waar de apen op af komen. Wanneer de orang oetans zich laten zien dan is het ‘dierentuin-gevoel’ snel weg. De beesten komen overal vandaan en er zit geen hekwerk of bescherming tussen jou en de orang oetans. Ze leven dus echt in het wild.
Tanjung Harappan
Op zo’n 15 kilometer vanaf Kumai en 25 kilometer vanaf Camp Leaky vind je het rehabilitatiecentrum Tanjung Harappan. Sinds 1999 worden hier geen kooien meer gebruikt, net als in de andere centra, en zijn de orang oetans dus vrij. De orang oetans die naar de voederplekken komen zijn zowel apen die voorheen in gevangenschap geleefd hebben als wilde orang oetans. Vanaf de plek waar de klotok aanmeert is het een half uurtje lopen naar de voederplaats. De voedertijd bij Tanjung Harappan is elke dag om 15:00 en duurt zo’n 1,5 uur waarna je echt weg moet. Dat geldt trouwens ook voor de andere voederplatforms in het Tanjung Putting National Park.
Pondok tonggui
Op slechts 12 kilometer vanaf Camp Leaky en 37 kilometer vanaf Kumai ligt het Pondok Tonggui rehabilitatie centrum. In 1994 zijn de deuren van het centrum geopend waar om 09:00 ’s ochtends de apen gevoerd worden. Het is mogelijk om een jungle hike van meerdere dagen te maken vanaf Pondok Tonggui naar Tanjung Harappan. De 22 kilometer leg je in een dag of 6 te voet af waarbij je ’s nachts in een tent in de jungle slaapt. Omdat je een moeras over moet steken kan dit best een zware tocht zijn en is het ook erg seizoensafhankelijk.
Nog meer bezienswaardigheden in Centraal-Kalimantan
Zelf zijn we na een drie daagse tour door het Tanjung Putting National park doorgereden landinwaarts voor een overnachting bij mensen thuis. Ook waren we erg nieuwsgierig naar de Dayak stam. De Dayak is een inheemse stam die in de binnenlanden op Kalimantan wonen. De Dayak staan erg in contact met de natuur, de natuur is hun geloof. Het was dan ook ontzettend bijzonder om twee dagen met ze op pad te gaan en te overnachten onder een zeiltje in de jungle. Een bezoek aan de Dayak stammen is een echte back to basic ervaring. Omdat het een flinke reis is om er te komen bezoeken niet veel mensen de Dayak stammen. Ze krijgen dan ook gemiddeld zo’n 2 bezoeken per maand. Ben je echt een cultuur- en natuurliefhebber dan is het aan te raden om je trip naar het Tanjung Putting National Park met een dag of drie te verlengen en de Dayak stam in de binnenlanden op te zoeken.
Vliegen naar Kalimantan
Wanneer je je reis door Kalimantan aan het voorbereiden bent kom je er al snel achter dat het je niet heel gemakkelijk gemaakt wordt om meerdere plekken op het eiland in een reis te bezoeken. De steden op de eilanden zijn namelijk niet goed verbonden met elkaar. In de meeste gevallen moet je, wanneer je binnen Kalimantan wilt vliegen, altijd via Java reizen (Jakarta, Semarang, Surabaya). Dat maakt reizen door Kalimantan niet heel gemakkelijk. Wanneer je het Tanjung Putting National Park bezoekt, kun je het beste op Pangkalan bun vliegen. Een middelgrote stad in het zuiden van Centraal-Kalimantan die vanaf Jakarta, Semarang en Surabaya te bereiken is.
Laat je horen