Goede reiskleding: zo kies je het juiste materiaal

Reiskleding moet vooral functioneel zijn: licht van gewicht, comfortabel, geschikt voor verschillende temperaturen en niet te snel vies of kreukelig worden. Als je kleding voor op reis kiest, let dan vooral op eigenschappen zoals gewicht, droogtijd en ademend vermogen.

Stoffen die ademen, vocht afvoeren of snel drogen zijn handig in warme landen. Materialen die isoleren of goed werken in laagjes zijn juist prettig in koelere gebieden. Ook helpt het als kleuren en modellen makkelijk met elkaar te combineren zijn, zodat je met weinig kleding toch variatie hebt.

Polyamide en nylon zijn in de praktijk hetzelfde materiaal; nylon is simpelweg de bekendste merknaam voor polyamide. Het is een sterke, lichte stof die snel droogt en veel wordt gebruikt voor outdoor- en sportkleding.

Reiskleding van dit materiaal droogt snel, slijt nauwelijks en is praktisch als je vaak moet wassen of veel beweegt. Dat maakt deze stof ideaal voor actieve vakanties in warme landen. Het nadeel is dat polyamide wel minder goed ademt dan natuurlijke materialen zoals katoen, linnen of merinowol.

Merinowol bestaat uit heel fijne wolvezels die temperatuur goed reguleren en vocht snel afvoeren. Het blijft langer fris dan de meeste andere materialen, waardoor je het ook meerdere dagen kunt dragen zonder te wassen. Merinowol werkt vooral goed in koelere klimaten, omdat het warm houdt zonder klam aan te voelen. Merinowol jeukt niet en werkt goed in laagjes.

Zelf neem ik altijd een of twee shirts van merinowol mee als ik naar een land reis met een kouder klimaat of als de temperatuur wisselend is, bijvoorbeeld wanneer ochtenden en avonden fris zijn maar de dagen zonnig. Ook sokken van merino vind ik fijn: ze houden je voeten warm zonder zweterig te worden. Reiskleding van merinowol is meestal wat duurder, maar wel een goede investering voor je (reis)garderobe.

Tencel en lyocell worden vaak door elkaar gebruikt. Maar eigenlijk zit het zo: lyocell is de naam van de stof; Tencel is het bekendste merk dat deze stof produceert. Het materiaal wordt gemaakt van houtpulp en heeft een gladde structuur. Het fijne aan deze stof vind ik zelf dat het altijd superzacht aanvoelt en mooi valt.

De stof ademt goed en ziet er snel netjes uit, waardoor het een goede keuze is voor reiskleding die comfortabel zit maar er ook stijlvol uitziet. De stof kreukt minder dan katoen of linnen, wat helpt als je kleding netjes uit je koffer wilt halen zonder te strijken. Lyocell is wel wat zwaarder en droogt minder snel, waardoor het minder praktisch is voor backpackkleding waarbij je vaak moet wassen en snel weer door wilt.

Ook rayon en viscose worden vaak door elkaar gebruikt; viscose is simpelweg de meest voorkomende variant van rayon. Het is een half-natuurlijke stof die licht en soepel aanvoelt en daardoor prettig draagt in warme landen. De stof ademt goed en valt mooi om je lichaam heen, waardoor viscose vaak wordt gebruikt voor jurken, broeken en tops die je makkelijk meeneemt als reis outfit.

Het fijne aan viscose is dat het zacht aanvoelt en luchtig is. Wel heeft het een paar nadelen: de stof kan kreuken, neemt vrij snel vocht op en voelt dan zwaarder aan. Ook droogt viscose meestal langzamer dan synthetische stoffen. Voor warme bestemmingen waar je niet intensief aan het backpacken bent, werkt het heel goed als comfortabele reiskleding. Maar als je vaak moet wassen of weinig droogtijd hebt, is een sneldrogende stof praktischer.

Katoen is een natuurlijke stof die veel mensen prettig vinden dragen, vooral bij warm weer. Het ademt goed, waardoor het fijn is voor basisitems zoals T-shirts. Het nadeel is dat katoen relatief langzaam droogt en snel kreukt, wat onderweg soms onhandig kan zijn.

Seersucker is een katoenvariant met een licht geribbeld oppervlak. Dit voelt luchtiger aan en kreukt minder. Wel blijft katoen, ook in seersucker-vorm, zwaarder en minder praktisch wanneer je vaak moet wassen of weinig droogtijd hebt.

Linnen is een van de luchtigste materialen die je kunt dragen in warme landen. De stof ademt uitstekend en blijft ook bij hoge temperaturen prettig aanvoelen, waardoor veel mensen graag linnen reiskleding meenemen op vakantie. Het valt vaak wat losser en je gaat er niet in zweten.

Het nadeel van linnen is dat het vrijwel altijd kreukt. Daarnaast droogt linnen minder snel dan synthetische stoffen.

Travelstof is een synthetische blend, vaak van polyamide met elastaan, die soepel valt en nauwelijks kreukt. Dat maakt het een praktische keuze voor comfortabele, stijlvolle reiskleding die je kreukvrij uit je koffer wilt halen. Een groot voordeel van travelstof is dat je er zowel casual outfits als nette kledingsets mee kunt maken. Daardoor werkt het goed als voor citytrips, maar ook voor zakelijke reizen waarbij je er wat netter uit wilt zien.

De keerzijde is dat travelstof minder goed ademt dan natuurlijke materialen en daardoor niet geschikt is voor een tropisch klimaat. Het is ook niet het lichtste materiaal om mee te nemen, al droogt het wel redelijk snel.

Zijde is een natuurlijke stof die zacht is op de huid en temperatuur goed reguleert. En het is ook nog eens een hele lichte stof. Voor reizen is vooral zijden jersey praktisch: deze variant is rekbaar, valt soepel en kreukt minder snel dan gewone zijde. Daardoor kun je kleding van zijden jersey makkelijker meenemen in je koffer zonder dat het direct gestreken hoeft te worden.

Zijde draagt prettig in warme landen, omdat het koel blijft en niet zwaar aanvoelt. Het geeft je reis outfit meteen een nette, verzorgde uitstraling, wat handig is voor stedentrips of avonden waarop je iets chiquer gekleed wilt gaan. De nadelen zijn er ook: zijde is gevoelig voor vlekken, vraagt om voorzichtig wassen en is duurder dan de meeste andere materialen.

In warme landen werkt kleding het best als het luchtig is en vocht snel kwijt kan. Stoffen zoals linnen, lyocell, viscose en seersucker-katoen ademen goed en voelen prettig aan bij hogere temperaturen. Voor actieve dagen of wandelingen is een sneldrogende stof zoals polyamide handig, omdat je kleding niet lang nat blijft na transpiratie.

Kies in warme klimaten liever voor losvallende modellen en lichte kleuren; dat draagt koeler en voorkomt dat kleding aan je huid blijft plakken.

In koude landen of gebieden waar de temperatuur sterk schommelt, werken laagjes het beste. Door verschillende dunne lagen over elkaar te dragen, blijf je warm zonder dat je snel gaat zweten. Merinowol is hiervoor ideaal als basislaag omdat het warm houdt, ademt en niet snel gaat ruiken. Daaroverheen kun je een luchtige tussenlaag dragen en een jas die wind en vocht tegenhoudt.

Vermijd zware stoffen zoals dik katoen of denim; die houden weinig warmte vast en drogen langzaam als ze nat worden. Een combinatie van merinowol, synthetische tussenlagen en een lichte buitenlaag werkt meestal het prettigst when je weinig bagageruimte hebt.

Als je kleding meeneemt die goed bij elkaar past, kun je met weinig bagage toch veel verschillende outfits maken. Kies daarom voor kleuren die makkelijk te combineren zijn, zoals neutrale tinten of een kleurenpalet dat goed bij elkaar aansluit. Dit werkt voor zowel backpackkleding als voor een nettere reis outfit.

Ook helpt het om materialen te kiezen die qua stijl bij elkaar passen. Linnen en lyocell combineren bijvoorbeeld goed voor warme bestemmingen, terwijl travelstof en merinowol weer handig zijn voor stedentrips of reizen met veel afwisseling in temperatuur. Door bewust te kiezen, voorkom je dat je kleding meeneemt die maar bij één item past.